Groen zal groot zijn, of contraproductief blijken
(Ik ben Davy. Ik ben de laatste vijf jaar lid geweest van het nationale partijbestuur van Groen. Elke maandag mag ik als verkozen vrijwilliger mee de dagelijkse koers bepalen, samen met de ministers en parlementsleden. Ik heb dat vijf jaar lang gedaan vanuit mijn persoonlijke motivatie.)
Niet Petra. Dat is het nieuws dat we deze week krijgen. Met nog maar enkele dagen te gaan om kandidaat te zijn, is dat niet ideaal. Maar ik deel wel haar analyse dat ze niet de beste persoon op het beste moment is. Om andere redenen, weliswaar. Petra is een enorme aanwinst voor de partij en zal schitteren in de rol van fractieleider in de Kamer. Mocht Petra doorschuiven naar het voorzitterschap, dan moet er binnen de kamerfractie een andere fractieleider opstaan. En hoewel zo’n rol groter is dan die van kamerlid, het zou niet per se kansen geven aan nieuw bloed. En laat dat zijn waar we nood aan hebben: meer stemmen, meer gezichten, nieuw bloed aan de top.
Groen is een partij die groeide uit de beweging Agalev. Dat dat anders is dan de “klassieke partijen” zie je ook doorheen onze statuten. Zo heb je bijvoorbeeld statuut 3:
Groen werkt aan politieke oplossingen die een ecologische, solidaire en sociaal rechtvaardige samenleving realiseren.
of statuut 6:
Democratie is meer dan verkozen vertegenwoordigers. Een democratische maatschappij is dynamisch en experimenteert. Groen neemt daarom actief deel aan, ondersteunt en faciliteert maatschappelijke participatie om de legitimering van duurzaam beleid breed te verankeren. Daarmee versterkt Groen de democratie door burgers te informeren, te laten participeren en mee te laten beslissen. Op die manier werkt Groen aan het geloof en vertrouwen in de democratische methode.
Voor mezelf is Groen altijd een partij geweest met een soort einddoel. En wanneer dat doel behaald is, hoe moeilijk dat ook is, dan kan de partij zichzelf opheffen. Dat einddoel is - enorm kort samengevat - het klimaat redden. Geen partij-om-de-partij, zoals bij de “klassieke partijen”, maar een middel om een doel te halen. (Niet elk groenlid is het hiermee eens, en dat is oké.)
Met Groen zijn we dé eigenaar van het thema “klimaat en natuur”. Als je mensen vraagt naar wie ze daarmee associëren, dan is het Groen. En dat is goed, dat legitimeert onze partij.
Maar dat heeft er ook voor gezorgd dat andere partijen in dat verhaal geen brood meer zien. Je merkt bij elke partij, van extreemlinks tot extreemrechts, dat ze het klimaatverhaal niet (meer) centraal zetten, en dat ze zich er (soms) zelfs tegen afzetten. Of het dan gaat over het stikstofbeleid, de haalbaar-en-betaalbaarheid of een ingebeeld dogmatisme; de anderen bewegen in de andere richting dan wat het klimaat nodig heeft.
En om dat klimaat te redden, heeft Groen niet genoeg aan (enkel) parlementszetels. Om dat te doen moéten we aan de knoppen zitten. En om aan die knoppen te zitten, moeten we groot zijn. Veel groter dan we nu zijn, of zelfs in 2019 waren.
Hoe urgenter het klimaatverhaal wordt, hoe groter de groene beweging moet zijn. En dat doe je door mensen te overtuigen met een menselijk verhaal en een open houding. Ik geef enkele voorbeelden die bedoeld zijn om te triggeren, vooral binnen de groene bubbel. Alvast mijn excuses, maar ook een beetje niet, want het is bewust. Ik wil het gesprek openen, voeden en aangaan.
-
Zuhal Demir stelde in de vorige legislatuur de renovatieplicht op basis van EPC-label voor. In plaats van dat aan te moedigen en te stellen dat dat zelfs nog straffer kan, wou ik mij als groene daartegen verzetten. Je moet mensen daar niet toe verplichten, zeker niet in levensfases waarin alles al duur genoeg is. Je moet mensen daarbij helpen. Je zou als overheid ook kunnen zeggen: “oké, ge koopt iets met label F en ge maakt daar binnen de zoveel jaar label A van, dan krijgt ge van ons zoveel duizenden euro’s”, in plaats van het kluwen aan regels en subsidies dat nu bestaat. Je slankt alles af, je maakt het eenvoudiger én je hebt meer impact. En mensen die lager opgeleid of kansarm zijn en dat allemaal moeilijk vinden, die gaan we helpen om daar te geraken. Je zou zelfs kunnen zeggen dat je als hulp die mensen dat geld voorschiet, samen met praktische hulp, zodat ze sneller hun huis en verbouwing kunnen bekostigen. Weg met het belerende vingertje van Demir.
-
Het klimaatverhaal kan (en moet) veel aspecten behelsen. Maar de laatste jaren werd de kar met standpunten steeds voller geladen. En hoewel ikzelf helemaal op de beleidslijnen zit qua gender, migratie of Gaza, we zullen toch wat doordachter moeten omgaan met wat we allemaal expliciet in de etalage zetten. Want elk extra standpunt - hoe logisch dat ook samenhangt met je ideologische verhaal - kan ofwel extra mensen in je tent lokken, of kan voor mensen een excuus zijn om je de rug toe te keren. En dan kan je wel zeggen: “maar het is zo, die mensen hebben ongelijk”, uiteindelijk krimp je en zal je minder of zelfs niet kunnen wegen.
-
Heel wat groepen, mandatarissen en kandidaten scoorden de afgelopen twee verkiezingen slecht(er). Laten we hen vragen wat zij als feedback hebben, over onze standpunten, onze focus, ons verhaal. Zij hebben waarschijnlijk meer dan anderen, en zéker meer dan onze succesverhalen, de tegenwind op het terrein gevoeld. Laten we daarnaar luisteren en daar naar handelen. Onze groei zit niet enkel daar waar we het goed doen, maar zeker ook in streken waar het op dit moment moeilijker gaat, zoals in de Kempen of in Limburg. De ideeën en vertalingen die daar in de dorpsstraten leven, zullen niet spontaan terechtkomen op de bureau’s van een studiedienst.
Je moet mijn moeder overtuigen van je verhaal. En dat doe je niet met extra argumenten. Dat doe je door te kiezen in wat je vertelt en hoe je dat vertelt. En hoe meer je vertelt, en dus hoe minder je luistert, hoe minder dat zal lukken. Dat is voor mij de fundamentele analyse van wat er op dit moment minder lukt.
En dat is wat we moeten doen: groter worden en wegen. Anders laten we het speelveld aan partijen die - door ons bestaan - het omgekeerde zeggen van wat wij willen. En dan moet de eerlijke reflectie gemaakt worden of het wel nuttig is om verder te doen. En of het niet nuttiger is om de klimaatstem een politieke factor voor de andere partijen te laten zijn, zodat zij meer opschuiven naar wat nodig is.
Voor alle duidelijkheid: dat is niet wat ik wil. Ik denk dat Groen dat kan: groot zijn en op de zaak wegen. En daarvoor zullen we allemaal - ook ik - water bij onze wijn moeten doen. En dat is niet leuk. Al kan je het ook anders zien: misschien moeten we het maar interpreteren alsof we zoete witte limonade bij onze wijn moeten doen, en noemen we het “Tinto de verano”, dat is tenminste een beetje hip. (See what I did there?)